Er wordt steeds vaker gesproken over een tijd van voor en na corona. Alsof de start van de pandemie het moment is waarop een pagina omgeslagen werd.
De wereld is door het coronavirus veranderd en het lijkt nog een tijd te gaan duren voordat wij onze oude levens weer op kunnen pakken. Ondertussen probeert iedereen te wennen aan ‘het nieuwe normaal’.
Maar hoe groot is de impact van de Covid-19-pandemie eigenlijk op de mode-industrie?
Daar vertellen we je in deze blog meer over.
Coronacrisis en de mode-industrie: twee problemen
De coronacrisis heeft niet alleen invloed op onze levens, maar ook op de economie. Zo zijn er verstrekkende gevolgen voor de mode-industrie.
De mode-industrie wordt op dit moment met twee problemen geconfronteerd. Ten eerste dreigt er een humanitaire crisis in lageloonlanden, omdat veel grote merken hun orders geannuleerd of uitgesteld hebben. Ten tweede kampt de industrie met een problematische overbevoorrading.
Beide problemen spelen met name in de fast fashion, waar grote winkelmerken hun goedkope kleding zo snel mogelijk willen verkopen.
Hieronder zullen we de twee problemen kort toelichten. Daarna laten we verschillende positieve ontwikkelingen binnen de mode-industrie zien.
Humanitaire crisis door annuleren van bestellingen
Allereerst de humanitaire crisis. Die crisis is ontstaan doordat modebedrijven door COVID-19 opeens hun omzet zagen verdwijnen: winkels moesten dicht, fashionshows mochten niet doorgaan en consumenten gaven minder geld uit aan kleding.
De reactie van modemerken was het annuleren van hun orders bij leveranciers. Elle schreef al eerder dat kledingproducenten, met name in lageloonlanden, hierdoor een groot gedeelte van hun inkomsten zagen verdampen. Niet zo gek, want het gaat in totaal om zo’n 3,18 miljard dollar aan annuleringen!
Uit een artikel in de Correspondent blijkt dat H&M voor zo’n 178 miljoen dollar aan orders heeft uitgesteld, en Zara voor 109 miljoen dollar. Maar ook merken als Tommy Hilfiger, Primark, Hema en Miss Etam trekken zich massaal terug. Zelfs kleding die al geproduceerd is, wordt niet (volledig) betaald.
Tienduizenden kledingarbeiders hebben van de een op de andere dag hun werk en inkomen verloren. In lageloonlanden als Bangladesh is er geen sprake van een sociaal vangnet. De kans is dan ook groot dat dit tot een humanitaire crisis leidt.
Waar de mode-industrie al jaren beloftes doet over een duurzame en eerlijke productie, blijken deze ambities onhoudbaar in tijden van crisis. En de mensen die onze kleren maken zijn er de dupe van.
Is dit de druppel die ervoor zorgt dat we eindelijk zorgen voor betere omstandigheden in productielanden? Daar lijkt het wel op.
De Europese Commissie is bezig met een nieuwe wet om bedrijven aan hun plichten te kunnen houden op het gebied van duurzame én eerlijke productie.
Zo meldt de Correspondent: ‘Ze (de Europese Comissie, red.) is van plan wetgeving aan te nemen om bedrijven aan hun plichten te houden op het gebied van duurzame en eerlijke productie. Bedrijven worden verplicht om onderzoek te doen naar misstanden in hun toeleveringsketen, hierover te rapporteren en deze aan te pakken.’
Of de inspanningen van de Europese Comissie op korte termijn een oplossing voor de nijpende situatie in de productielanden gaat zorgen, is moeilijk in te schatten. Maar de nieuwe wetgeving is in ieder geval een stap in de goede richting.
Problematische overbevoorrading
Naast de dreigende humanitaire crisis in de lageloonlanden is overbevoorrading een ander probleem waar de mode-industrie mee kampt. Het is een structureel probleem dat in deze tijd extra onderstreept wordt, doordat kleding niet verkocht wordt.
Het begrip overbevoorrading zegt eigenlijk direct wat het betekent: er is te veel voorraad. En dat is een probleem. Te grote voorraden kosten bedrijven namelijk veel geld. Ze betalen niet alleen voor de opslag, maar moeten ook flink afprijzen om nog op tijd (lees: voor het einde van het seizoen) de voorraad te verkopen.
Vooral grote ketens lopen volgens Forbes tegen dit probleem aan. Overbevoorrading leidt bij deze winkels tot enorme verliezen, gedwongen ontslagen en het annuleren van bestellingen bij leveranciers. Het overschot is daarmee een belangrijke oorzaak voor de op handen zijnde humanitaire crisis die hierboven al beschreven werd.
Overbevoorrading is een fenomeen dat al langer speelt in de mode-industrie.
Quartz: ‘H&M had in 2019 voor 4 miljard dollar aan onverkochte kleding. Dat was nog vóór de coronacrisis: bedrijven waren dus al langer niet goed bezig. Ze zitten verstrikt in een dilemma van nieuwe kleding aanbieden, concurreren tegen prijsvechters en op tijd collecties verkopen. Een allesbehalve duurzame strijd, waarbij COVID-19 wellicht een cruciale rol gaat spelen om het radicaal anders te gaan doen.’
Als kortetermijnoplossing proberen kledingmerken hun producten tegen bodemprijzen te verkopen. Overal waar je shopt, zowel offline als online, lijkt meer uitverkoop dan ‘gewone’ verkoop te zijn. NOS schreef ook al: ‘Met flinke kortingen proberen winkeliers klanten te verleiden tot het kopen van hun slecht verkochte voorjaarscollecties.’
Maar zelfs met kortingen tot wel 70%, blijft er nog veel liggen.
En de kleinere ondernemer die niet met grote voorraden werkt, heeft het door de uitverkopen ook zwaar. Want wie gaat er nog bij hen shoppen, nu winkels als C&A nóg goedkoper zijn dan voorheen?
Kansen voor de lokale ondernemer en ontwerper
Er is gelukkig ook goed nieuws in deze turbulente tijden. We zien namelijk dat steeds meer consumenten zich inzetten om lokale bedrijven te ondersteunen. En dat biedt kansen voor lokale ondernemers en ontwerpers.
Men wil er samen bovenop komen en dat is een fantastische ontwikkeling. De crisis heeft een duidelijk voelbare verandering in de houding van de consument veroorzaakt, en dit heeft ook impact op de mode-industrie.
Zo beleven de ambachten een heuse renaissance en staan de makers weer voorop.
Vooral voor kleine ondernemers en lokale ontwerpers is dit een goede ontwikkeling. Als zij door lokale, kleinschalige productie kunnen bedragen aan het verduurzamen van de mode-industrie, hebben ze absoluut een streepje voor op de grote spelers.
Wat gebeurt er met 2020-kledingcollecties?
Zoals al eerder genoemd is overbevoorrading een groot probleem. Maar wat gebeurt er eigenlijk met kleding die niet verkocht wordt?
Een vraag die steeds meer mensen stellen is: ‘Wat gebeurt er eigenlijk met voorjaarscollecties?’. Als deze kleding niet gepromoot kan worden via modeshows en andere fysieke kanalen, is het dan wel zinvol om de collecties op de markt te brengen?
Om ons heen zien we veel ontwerpers de collecties doorschuiven naar 2021. Of we zien dat ze hun bedrijf rigoureus hervormen en helemaal geen tijdelijke collecties meer voeren. Want waarom zijn ruim acht seizoenscollecties per jaar nodig om trendy te blijven?
Werken met ‘wardrobes’ die niet afhankelijk zijn van tijdelijke trends en daardoor jarenlang meegaan, is ten slotte een stuk duurzamer.
Capsule wardrobe als grootste Covid-19 modetrend
Een kledingtrend die past bij deze beweging is de capsule wardrobe. Hierbij kiezen consumenten voor een kleinere (zeg maar gerust: mini-) garderobe, met kledingstukken die ze eindeloos kunnen combineren.
Capsule wardrobes zijn een mooi voorbeeld van bewuster consumeren. De nadruk ligt op kleding die lang mee gaat en niet onderhevig is aan trends. ‘Altijd goed’-kledingstukken dus. En dit staat lijnrecht tegenover de fast-fashion beweging die de afgelopen jaren zijn piek bereikte.
De capsule wardrobe laat zien dat consumenten beter nadenken over hun aankopen en dat is een belangrijke stap vooruit in de mode-industrie. Het is een modeverandering die op de korte termijn misschien zeer doet bij bedrijven, omdat ze niet van hun voorraden af komen, maar uiteindelijk is het wel duurzamer.
Modeveranderingen door Corona
Corona heeft een aantal belangrijke problemen in de mode-industrie blootgelegd, maar biedt ook kansen voor originele oplossingen. Sinds de uitbraak van de pandemie leven we in een andere wereld. Naast dat de 1,5 meter samenleving deel uitmaakt van ‘het nieuwe normaal’, zien we ook een aantal duidelijke modeveranderingen.
Zo zien consumenten lokale ontwerpers en ondernemers weer staan en is de Europese Commissie bezig met een wet die bedrijven verantwoordelijk maakt voor hun productielijnen in lageloonlanden.
Ook worden collecties opgeschoven naar volgend jaar en zorgen capsule wardrobes ervoor dat consumenten altijd iets te dragen hebben, zonder dat daar grote hoeveelheden kleding voor nodig zijn.
De duurzame visie van House of U
Wij proberen zelf ook een positieve, duurzame impact te maken op de mode-industrie. Bij House of U produceren we namelijk ‘on-demand’. Dat houdt in dat we alleen produceren wat besteld wordt, en zo dus nooit te veel voorraad of onverkochte kleding hebben.
Wil jij meer weten over onze visie op een duurzamere mode-industrie? En hoe wij denken over de huidige fashionwereld? Bekijk dan onze andere blog waarin we dieper ingaan op onze visie voor een duurzame mode-industrie.
In die blog beantwoordt Sander (directeur bij House of U) alle vragen rondom duurzaamheid bij House of U en hoe wij omgaan met een veranderende mode-sector.
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen voor ons? Neem dan gerust contact met ons op.
Coverfoto door Michael Graste Photography. Het mondkapje is van MLY.